Collectieve Arbeidsovereenkomsten

Onvrijwillig deeltijdse arbeid

Publicatie : 1998-09-08

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID

23 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de onvrijwillige deeltijdse arbeid in de subsector van de taxiondernemingen en van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (1) 

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de onvrijwillige deeltijdse arbeid in de subsector van de taxiondernemingen en van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.
Art. 2. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het Vervoer

Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997

Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de onvrijwillig deeltijdse arbeid in de subsector van de taxiondernemingen en van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
HOOFDSTUK II. - Toegelaten stelsels van deeltijdse arbeid voor de chauffeurs
HOOFDSTUK III. - Toegelaten stelsels van deeltijdse arbeid - voor de andere werklieden
HOOFDSTUK IV. - Maximum deeltijdse chauffeurs
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
HOOFDSTUK VI. - Vrijwillige deeltijdse arbeid
HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

 

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 1 § 1.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Vervoer en die behoren tot de subsector van de taxiondernemingen en van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur alsook op hun werklieden.

Art. 1. § 2.
Onder "taxionderneming", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Vervoer en die zich inlaten met de uitbating van een taxidienst in de zin van de wetgeving van toepassing in het Gewest van de zetel van de onderneming.

Onder "diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Vervoer en die zich inlaten met de uitbating van een dienst voor het verhuren van voertuig met chauffeur in de zin van de wetgeving van toepassing in het Gewest van de zetel van de onderneming.

Worden niet beschouwd als taxidiensten noch als diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur de diensten die geregeld vervoer, bijzondere vormen van geregeld vervoer of ongeregeld vervoer zijn.

Art. 1. § 3.
Onder "werklieden", wordt bedoeld de werklieden en werksters.

HOOFDSTUK II. - Toegelaten stelsels van deeltijdse arbeid voor de chauffeurs

Art. 2.
Voor de chauffeurs, zijn enkel toegelaten de volgende stelsels van deeltijdse arbeid:

  1. de tewerkstelling in volle dagprestaties;
  2. de tewerkstelling bij onvolledige dagprestaties op voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst de prestatiedagen vermeldt;
  3. de tewerkstelling bij onvolledige dagprestaties waarvan het uurrooster overeenstemt met één van de uurroosters voor deeltijdse arbeid die in het arbeidsreglement van de werkgever is opgenomen.

Art. 3.
Bij gebruik van artikel 2, 2? of 3?, moet de wekelijkse arbeidsduur van de prestaties van de chauffeurs minstens gelijk zijn aan de helft van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse tewerkgestelde chauffeur.

HOOFDSTUK III. - Toegelaten stelsels van deeltijdse arbeid - voor de andere werklieden

Art. 4.
De werklieden die niet als chauffeurs zijn tewerkgesteld door de onder artikel 1 bedoelde werkgevers moeten minstens halftime tewerkgesteld zijn.
Het arbeidstijdstelsel van deze werklieden moet een van deze zijn die in het op de onderneming toepasselijke arbeidsreglement opgenomen is.

HOOFDSTUK IV. - Maximum deeltijdse chauffeurs

Art. 5.
Het globaal aantal deeltijdse door een werkgever bedoeld in artikel 1 tewerkgestelde chauffeurs mag niet hoger zijn dan het aantal voltijdse chauffeurs die hij tewerkstelt.

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt als onvrijwillig deeltijdse werknemer beschouwd de chauffeur die de dag vóór de aanvang van een deeltijdse tewerkstelling in de onderneming niet voltijds tewerkgesteld was.

Art. 6.
Voor de toepassing van artikel 5, is de fysische persoon die titularis is van een vergunning voor exploitatie van een taxionderneming gelijkgesteld met een voltijds tewerkgestelde chauffeur.

HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen

Art. 7.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1972, algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1972 (Belgisch Staatsblad van 8 september 1992) betreffende de invoering van een arbeidstijdstelsel "parttime" voor de chauffeurs.

HOOFDSTUK VI. - Vrijwillige deeltijdse arbeid

Art. 8.
Een voltijds tewerkgestelde werkman kan, mits toestemming van de werkgever, overstappen naar een deeltijds arbeidsregime in de voorwaarden vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de vrijwillig deeltijdse arbeid in de subsector van de taxiondernemingen en van het verhuren van voertuigen met chauffeur.

Art. 9.
De werklieden die gebruik maken van de mogelijkheid geschapen door de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in het vorig lid komen niet in aanmerking om het quota vastgesteld door deze collectieve arbeidsovereenkomst te bepalen.

HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 10.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde tijd gesloten en treedt in werking op 1 januari 1997.

Ze kan door iedere partij opgezegd worden mits betekening, per aangetekende brief, van een opzegtermijn van drie maanden aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Vervoer.

De partij die de overeenkomst opzegt is er toe gehouden de redenen er van mede te delen.


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET